Tweeëntwintig april staat meer dan drieënvijftig jaar op de kalender als Dag van de Aarde. Het initiatief uit 1970 vond weerklank in alle uithoeken van onze planeet. Initiatiefnemer Gaylord Nelson slaagde erin de aandacht te vestigen op de verloedering van het milieu.
Surfend op de publieke belangstelling voor ecologie, schreef een industrieel producent van kartonnen dozen enkele maanden na de eerste Dag van de Aarde een wedstrijd uit. Container Corporation of America wilde een icoon introduceren dat kon dienen om producten uit gerecycleerd papier aan te duiden.
Een studiebeurs en enkele leuke prijzen lagen klaar voor de winnaar. Iedereen zou het icoon mogen gebruiken, beloofde het bedrijf. En de winnaar mocht naar The International Design Conference in Aspen, met 2500 dollar in the pocket. Vermaarde vormgevers als Saul Bass en Eliot Noyes gingen de 500 inzendingen beoordelen.
Gary Anderson, een drieëntwintigjarige student uit Californië, won de wedstrijd. In een tweetal dagen werkte hij met drie pijlen een grafische möbiusband uit. Voor het design liet hij zich inspireren door z'n herinnering aan de werking van een drukpers en z’n lessen topografische wiskunde.
Na de huldiging van de winnaar probeerde de Container Corporation of America het beeldmerk toch te deponeren. Maar omdat hun aanvraag betwist werd, kwam het icoon alsnog in het publiek domein terecht. Eerst gaf het bedrijf het wel nog een draai van 60 graden. Zo stond het plat op de grond, terwijl het in Andersons’ driehoekige design op een van z’n tippen balanceerde.
Anderson was z’n werk allang vergeten, tot hij er in Amsterdam bijna tegenaan liep. Wat hij omschrijft als ‘een witte iglo’, doet vermoeden dat het om een glasbol met kringloopsymbool ging.